Paddestoelen en Drop (grzyby i lukrecja)

Hij was 4 jaar oud toen hij met zijn ouders uit Polen naar Nederland kwam:

“Zou het niet leuk zijn als jij eens een keer een stukje schreef over jouw ervaringen als Nederlander van Poolse afkomst op Wiatrak?” – werd mij gevraagd.

“Prima, als ik het maar in het Nederlands mag tikken en jij het vertaald” antwoordde ik (laten we zeggen dat schrijven in het Pools niet mijn sterkste kant is).

Zo gezegd zo gedaan, hoewel het nog wel een tijdje duurde voor ik iets op papier had gezet want eigenlijk had ik geen idee wat nu te schrijven. Daarom nodig ik van harte uit te reageren als men nieuwsgierig is naar iets anders of vragen heeft.

Gdańsk Stogi 1981
Hier ben ik. Gdansk-Stogi, 1981.

Ik ben 2e generatie Pool in Nederlander. Nouja, eigenlijk ben ik volgens de definitie een 1e generatie allochtoon: geboren in Polen.

Ik was echter nog maar een peuter toen mijn ouders begin jaren tachtig Polen ontvluchtten en ik in Nederland kwam te wonen, dus heb ik geen herinneringen aan de tijd dat ik er woonde.

In die tijd waren er bijna geen Polen in Nederland, geen internet, geen Poolse tv, geen Poolse winkels, Wizz Air of open grenzen. Ik had alleen Nederlandse vriendjes en vriendinnetjes. Thuis werd er wel Pools gepraat maar dat vond je als kind niets bijzonders. Ik heb geen bijzonder Poolse opvoeding gehad – ook niet op een Poolse school of iets dergelijks gezeten.

Toch merkte ik wel dat verschillen waren. Zo ontbrak bij ons thuis de oerhollandse ‘koekjestrommel’ en verbaasde ik me erover in wat voor hoeveelheden mijn vriendjes ‘drop’ wegwerkten. Snoep dat ik zelf vond smaken naar zwart rubber. Ook hadden de anderen allemaal opa’s en oma’s die ze vaak zagen in het weekend. Dat zat er bij mij niet in, maar ik kreeg er nog wel een broertje bij. Later ging ik studeren in Delft en ‘op kamers’ in een studentenhuis met 18 anderen. Een geweldige tijd.

Iedereen wist wel dat ik van Poolse afkomst was maar dat speelde geen rol. Natuurlijk werden er af en toe grappen over gemaakt, maar dat hoort erbij. Je woont en leeft in een groep en als iemand fouten maakt dan wordt je daarop afgerekend, van de andere kant is er ontzettend veel gezelligheid en heb ik aan deze tijd vrienden voor het leven overgehouden. Ik moest misschien zelf wel wat meer uitvinden dan mijn leeftijdsgenoten. Anderen hadden vaak ouders of een oudere broer/zus die ook gestudeerd had. Vaak had die dan in een bepaalde vereniging gezeten en was het allemaal vanzelfsprekend. Voor mij was alles relatief nieuw en ik heb er vollop van genoten en veel geleerd. Het meeste natuurlijk niet uit de boeken of collegezalen. Zo ontdekte ik hoe geweldig het is om te zeilen, wielrennen bij een sportvereniging, samenwerken in een comissie en bijbaantjes te vinden om je karige studiefinanciering te regelen.

Van de andere kant heb ik mijn vrienden ook Polen leren kennen. Zo ben ik jaren geleden met drie vrienden in een warme zomer naar een klein dorp in Oost-Polen op vakantie geweest (waar nog nooit eerder toeristen uit het buitenland waren geweest). De lange nachten, het dansen en de kampvuurtjes ze niet snel vergeten. Alles vonden ze vreemd (Waar is de stoep? Compot z slivki!) en in het beginsel vonden ze Polen een nogal onvriendelijke houding hebben, maar wat dat betreft is vodka als spraakwater een perfect sociaal glijmiddel tussen verschillende culturen gebleken.

Als ik Nederlanders ontmoet die mij nog niet kennen weten ze niet dat ik van Poolse afkomst ben. Meestal volgt na het zien van mijn achternaam na enige tijd wel een nieuwsgierige vraag en praatje over Polen. Het is misschien soms iets anders dan vroeger omdat men nu andere associaties heeft met Polen. Een neveneffect van de ‘nieuwe golf Polen’ zorgde (vooral een paar jaar geleden) ook voor veel negatieve publiciteit in de media. Ik stoorde mij daar ook een tijdje aan – terwijl ik er zelf toch eigenlijk helemaal geen last van had – maar zie nu ook dat het van de ene kant een fase was, en van de andere kant heb ik door dat Polen helemaal niet zo’n slechte reputatie hebben in Nederland als sommigen misschien denken.

Dus ben ik meer Pools of meer Nederlands?

Jaren heb ik een Poolse vriendin gehad maar zelfs die kon het mij niet zeggen. Nederlandse ook niet trouwens. Op papier ben ik 100% Nederlander, maar tegelijkertijd is er die onlosmakkelijke band... Het zit nu eenmaal in je bloed. Een vertrouwd gevoel van herkenning en verbondenheid. Ik spreek de taal en ken de cultuur. Paddestoelen zoeken vind ik geweldig (hoewel ik zelden iets vind) en ik houd graag een deur open voor een vrouw, maar ik heb niks met de Paus. Maar ik woon in Nederland; het land waarin ik perfect de weg weet. Mijn meeste vrienden zijn Nederlandsers en het is de taal waarin ik denk.

Van de week las ik een artikel over Europa. Het ging erover dat men moeite heeft met mensen die twee nationaliteiten bezitten. Als je zegt dat je een Europeaan bent betekent het voor velen een afvalligheid ten opzichte van je Nederlandschap. Wanneer het twee nationaliteiten betreft is het nog erger. Het is bijna onmogelijk te bevatten dat je een beetje allebei kan zijn. Voor mij niet. Ikzelf heb weliswaar geen zogenaamd ‘dubbel paspoort’ maar zie wel in dat zo’n document niets betekent wat betreft je eigen gevoel ten opzichte van deze landen.

Ik weet wel dat ik door de twee achtergronden een andere kijk op de wereld heb. Niet zo Westerlijk misschien. En of ik mezelf meer Pools of Nederlands voel – dat hangt vooral af van het moment en met wie ik praat.

Albert, april 2009

[Poolse versie]